1904 - Massart: Ieper 21

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

11 MEI 1911 
 50°50'03" NB   02°58'40" OL


Massart nam deze foto op één van de hoogste punten van de heuvelrug Geluveld-Staden-Klerken, die zowel op de foto van 1911 als op de foto van 1980, duidelijk opvalt door het niveauverschil op het einde van de dreef. De heuvelrug ligt in een gebied met zandleembodem. Door de ouderdom van de heuvel, die uit het Tertiair dateert, is er doorheen de plaatselijk dunne zandleembodemlaag veel silex te vinden. De Ieperboog en zijn talrijke getuigenheuvels liggen vlakbij. Door de aanwezigheid van de harde silexknollen is deze bodem veel minder vatbaar voor erosie. In de winter kent hij een goede waterhuishouding, in de zomer is hij erg droog. Het is dus helemaal niet evident om deze gronden te bewerken maar in de achttiende en negentiende eeuw slaagden landbouwers er toch in.

Massart laat zien hoe de landbouwers met behulp van het drieslagstelsel de akkers toch rendabel maakten. Het eerste deel van de akker links op de foto werd geploegd en daarna geëgd om dan uiteindelijk bezaaid te worden. De tweede akker lag braak. De derde droeg wintergraan (gerst of rogge). Boom- en houtfragmenten wijzen er eveneens op dat deze gronden geschikt waren voor bosbouw. De eikendreef centraal op de foto is kenmerkend voor streken die lang bebost zijn gebleven. Topografische kaarten tonen ook aan dat het bosbestand in de Westhoek aanzienlijk was, maar dat bleef in deze streek niet overeind en werd vervangen door landbouw.