Recollecting Landscapes

1980 - Charlier: Koksijde 10

In 1980 bleef van de bomenrijen maar weinig over. Dit valt te verklaren door het verlies van hun vroegere functie. Zij moesten immers niet meer instaan voor waterhuishouding en windopvang en werden dus niet langer onderhouden. Het achterliggende landschap is weinig veranderd, de omwalling werd uitgediept en verbreed en staat nog steeds in verbinding met het Langgeleed. In het water groeiden enkele typische polderwaterplanten met name zannichellia (Zannichellia palustris), gedoornd hoornblad (Ceratophyllum demersum) kamfonteinkruid en tenger fonteinkruid (Potamogeton pectinatus en P. panormitanus). Opvallend is verder dat de polderakkers omzoomd werden met elektrische afsluitingen.