1980 - Charlier: Genk 55

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

30 MEI 1980 
 50°58'40" NB   05°29'18" OL


Vijfenzeventig jaar later ligt op deze locatie de oudste arbeidersbuurt, de oudste 'cité' van Winterslag. Het kruispunt van de Acacialaan (horizontaal) en de Oostlaan (verticaal) domineert het beeld. De straatbeplanting in de Oostlaan was linde, in de Acacialaan gebruikte men Acacia (Robinia pseudoacacia). Door de snelle ontwikkeling van de Kempense steenkoolindustrie – op de achtergrond van Charliers foto is de mijnterril van Winterslag te zien (fotoset 54) – kwamen veel werkkrachten zich in deze regio vestigen waardoor er een plotse woningnood ontstond. In 1911 reeds gaf baron Coppée de Brusselse architect Adrien Blomme de opdracht om een volledige tuinwijk te ontwerpen. De basis van zijn plan was een brede, centrale boulevard, de Margarethalaan, waarrond een bochtig stratenpatroon werd getekend. Hierbij werd rekening gehouden met het natuurlijke reliëf van het terrein, duidelijk in navolging van het idee van de Engelse 'garden-city' van Ebenezer Howard. Het plan werd echter maar gedeeltelijk gerealiseerd, door de stijging van de bouwkosten werden de werken halverwege stilgelegd.

Na de goedkeuring van de wet op de sociale woningbouw in 1919, werd het voor de mijnvennootschap financieel voordeliger om te participeren in de sociale woningbouwmaatschappijen die bij wet waren voorzien. Zij konden dan een beroep doen op overheidssteun. De mijnvennootschap en de in 1921 opgerichte Société des Habitations à Bon Marché de Genck-Winterslag verdeelden de bouwopdrachten. De société concentreerde zich op de wegenaanleg en de woningbouw en de vennootschap beperkte haar bouwactiviteiten tot de gemeenschapsvoorzieningen en enkele woningen voor kaderpersoneel. De rol van Adrien Blomme, als architect van het wegenplan, werd beperkt. Zijn eerder ontworpen uitbreidingsplannen voor de wijk werden sterk vereenvoudigd. De bouw van de eerste cité – bestemd voor kaderpersoneel, bedienden en geschoolde mijnwerkers – werd ongeveer in 1924 afgesloten met de inhuldiging van de kerk en de beide schoolcomplexen.